gezegden uit de griekse mythologie
Als je vindt dat ergens onnodig veel gedoe bij komt kijken of als iets een te ingewikkelde vertoning wordt, kun je stellen dat er sprake is van ‘poespas’. Dit woord bestaat al sinds de 17e eeuw in het Nederlands, maar waarom wordt te veel gedoe eigenlijk zo genoemd?
De uitdrukking ‘wat een poespas’ komt voort uit een aanduiding voor een soort mengelmoes van eten. Een poespas was van oorsprong een stamppot. Het was geen vast gerecht en kon uit allerlei door elkaar gehusselde soorten eten bestaan.
Een dergelijke poespas was vroeger niet echt geliefd. Het gerecht kon namelijk uit de meest uiteenlopende soorten groenten en vlees bestaan, zodat je nooit precies wist wat je voorgeschoteld kreeg. Door sommige bronnen wordt vermeld dat een poespas vroeger vooral werd opgediend aan boord van oorlogsschepen en dat het echt bedoeld was om de restjes eten op te maken.
Het woord poespas is een zogenaamde onomatopee, een woord dat ontstaan is omdat het lijkt op de klank die mensen ermee associëren. Wanneer je verschillende soorten eten door elkaar klutst, lijkt de klank van het husselen een beetje op ‘poespas’. Onomatopeeën komen in het Nederlands overigens vooral voor bij benamingen voor dieren. Denk bijvoorbeeld aan de vogels grutto en tjiftjaf.
De term poespas werd niet overal in Nederland gebruikt. Spreekwoorddeskundige F. A. Stoett vermeldt dat in het Gronings vroeger de term ‘koeskas’ bestond en dat dit hetzelfde betekende als poespas.
Langzaam maar zeker werd het woord poespas steeds vaker in de figuurlijke zin gebruikt en kreeg het steeds meer de betekenis van ‘raar gedoe’, die het tegenwoordig nog steeds heeft. Inmiddels wordt het woord poespas helemaal niet meer gebruikt om een gerecht dat bestaat uit een mengelmoes van eten aan te geven en kennen we eigenlijk alleen nog de figuurlijke betekenis.
Wanneer je ergens mee betrapt bent, kun je zeggen dat je ‘tegen de lamp bent gelopen’. Deze uitdrukking wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer je door de politie gesnapt wordt. ‘Tegen de lamp lopen’ wordt al sinds het begin van de 20e eeuw gebruikt in het Nederlands.
De herkomst van deze uitdrukking is niet helemaal zeker. Er bestaan twee belangrijke theorieën over. De eerste is dat ‘tegen de lamp lopen’ een figuurlijke benaming van iets pijnlijks is. Lampen kunnen heet zijn, dus wanneer je er tegenaan loopt, doet dit pijn doen. Door de politie gesnapt worden is op een figuurlijke manier ook pijnlijk, dus hier zou de uitdrukking dan vandaan komen.
Spreekwoorddeskundige F.A. Stoett denkt bij de herkomst van deze uitdrukking echter aan iets anders. Hij meent dat we naar een hele andere betekenis van het woord ‘lamp’ moeten kijken.
In het Bargoens, de geheime ‘dieventaal’ die in Nederland door vooral louche mensen gesproken werd in het begin van de 20e eeuw, is ‘lamp’ namelijk een andere benaming voor agent. ‘Tegen de lamp lopen’ zou dus letterlijk betekenen dat je tegen een agent aanloopt.
Er bestaan in het Bargoens overigens nog veel andere synoniemen van agent. Er zijn er minstens zeventig bekend. Enkele opvallende voorbeelden zijn ‘poedel’ en ‘kip’. Volgens taalspecialist Ewoud Sanders bestaan er omdat ook de politie op de hoogte was van veel Bargoense termen.
Stoett vermeldt ook nog dat ‘tegen de lamp lopen’ vroeger gezegd werd wanneer iemand een ‘geheime ziekte opgelopen had’. Verder vermeldt hij nog dat naast ‘tegen de lamp lopen’ de uitdrukking ‘tegen de lamp vliegen’ bestond, die dezelfde betekenis had. Tegenwoordig wordt laatstgenoemde uitdrukking echter niet meer gebruikt in het Nederlands.
Als je vindt dat ergens onnodig veel gedoe bij komt kijken of als iets een te ingewikkelde vertoning wordt, kun je stellen dat er sprake is van ‘poespas’. Dit woord bestaat al sinds de 17e eeuw in het Nederlands, maar waarom wordt te veel gedoe eigenlijk zo genoemd?
De uitdrukking ‘wat een poespas’ komt voort uit een aanduiding voor een soort mengelmoes van eten. Een poespas was van oorsprong een stamppot. Het was geen vast gerecht en kon uit allerlei door elkaar gehusselde soorten eten bestaan.
Een dergelijke poespas was vroeger niet echt geliefd. Het gerecht kon namelijk uit de meest uiteenlopende soorten groenten en vlees bestaan, zodat je nooit precies wist wat je voorgeschoteld kreeg. Door sommige bronnen wordt vermeld dat een poespas vroeger vooral werd opgediend aan boord van oorlogsschepen en dat het echt bedoeld was om de restjes eten op te maken.
Het woord poespas is een zogenaamde onomatopee, een woord dat ontstaan is omdat het lijkt op de klank die mensen ermee associëren. Wanneer je verschillende soorten eten door elkaar klutst, lijkt de klank van het husselen een beetje op ‘poespas’. Onomatopeeën komen in het Nederlands overigens vooral voor bij benamingen voor dieren. Denk bijvoorbeeld aan de vogels grutto en tjiftjaf.
De term poespas werd niet overal in Nederland gebruikt. Spreekwoorddeskundige F. A. Stoett vermeldt dat in het Gronings vroeger de term ‘koeskas’ bestond en dat dit hetzelfde betekende als poespas.
Langzaam maar zeker werd het woord poespas steeds vaker in de figuurlijke zin gebruikt en kreeg het steeds meer de betekenis van ‘raar gedoe’, die het tegenwoordig nog steeds heeft. Inmiddels wordt het woord poespas helemaal niet meer gebruikt om een gerecht dat bestaat uit een mengelmoes van eten aan te geven en kennen we eigenlijk alleen nog de figuurlijke betekenis.
Wanneer je ergens mee betrapt bent, kun je zeggen dat je ‘tegen de lamp bent gelopen’. Deze uitdrukking wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer je door de politie gesnapt wordt. ‘Tegen de lamp lopen’ wordt al sinds het begin van de 20e eeuw gebruikt in het Nederlands.
De herkomst van deze uitdrukking is niet helemaal zeker. Er bestaan twee belangrijke theorieën over. De eerste is dat ‘tegen de lamp lopen’ een figuurlijke benaming van iets pijnlijks is. Lampen kunnen heet zijn, dus wanneer je er tegenaan loopt, doet dit pijn doen. Door de politie gesnapt worden is op een figuurlijke manier ook pijnlijk, dus hier zou de uitdrukking dan vandaan komen.
Spreekwoorddeskundige F.A. Stoett denkt bij de herkomst van deze uitdrukking echter aan iets anders. Hij meent dat we naar een hele andere betekenis van het woord ‘lamp’ moeten kijken.
In het Bargoens, de geheime ‘dieventaal’ die in Nederland door vooral louche mensen gesproken werd in het begin van de 20e eeuw, is ‘lamp’ namelijk een andere benaming voor agent. ‘Tegen de lamp lopen’ zou dus letterlijk betekenen dat je tegen een agent aanloopt.
Er bestaan in het Bargoens overigens nog veel andere synoniemen van agent. Er zijn er minstens zeventig bekend. Enkele opvallende voorbeelden zijn ‘poedel’ en ‘kip’. Volgens taalspecialist Ewoud Sanders bestaan er omdat ook de politie op de hoogte was van veel Bargoense termen.
Stoett vermeldt ook nog dat ‘tegen de lamp lopen’ vroeger gezegd werd wanneer iemand een ‘geheime ziekte opgelopen had’. Verder vermeldt hij nog dat naast ‘tegen de lamp lopen’ de uitdrukking ‘tegen de lamp vliegen’ bestond, die dezelfde betekenis had. Tegenwoordig wordt laatstgenoemde uitdrukking echter niet meer gebruikt in het Nederlands.