gezegden met wind
dat zal hem geen windeieren hebben gelegd. (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben.)
de huik naar de wind hangen (=meeheulen - altijd andermans standpunt volgen)
de huik naar de wind hangen (=wanneer de tegenpartij komt het met hun eens zijn)
de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben schrik)
de wind in de zeilen hebben (=voorspoed hebben)
de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
de wind van voren krijgen (=kritiek krijgen, direct gezegd worden wat er mis is)
de wind waait uit die hoek (=op een bepaalde manier de bedoeling zijn)
de wind waait uit een andere hoek (=de omstandigheden zijn veranderd)
die wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
elke bos stro waait voor de wind. (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren.)
er de wind onder hebben (=de schrik er hebben inzitten bij zijn ondergeschikten)
er geen doekjes om winden (=de waarheid onverbloemd vertellen)
haagse wind. (=bluf.)
het gaat hem/haar voor de wind. (=hij/zij heeft geluk.)
het is een kwade wind die niemand voordeel brengt. (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren.)
hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
iemand de wind uit de zeilen nemen (=iets doen/zeggen en daarmee zorgen dat iemand's kritiek verstomt)
iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
om de vinger winden (=er gemakkelijk baas over worden)
tegen windmolens vechten (=tegen irreëele gevaren/zaken vechten)
voor de wind gaan (=voorspoed hebben)
weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
Geen wind in de zeilen betekent stil liggen van de boot. Zo bedoelt dit spreekwoord om een aanvaller “plat te leggen” door al te verdedigen voordat de aanval is ingezet.
Dit gezegde heeft in letterlijke betekenis een gunstig effect maar spreekwoordelijk wordt bedoeld dat iemand zich op tijd in veiligheid heeft gebracht bijvoorbeeld door een vervelende situatie te ontwijken.
dat zal hem geen windeieren hebben gelegd. (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben.)
de huik naar de wind hangen (=meeheulen - altijd andermans standpunt volgen)
de huik naar de wind hangen (=wanneer de tegenpartij komt het met hun eens zijn)
de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben schrik)
de wind in de zeilen hebben (=voorspoed hebben)
de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
de wind van voren krijgen (=kritiek krijgen, direct gezegd worden wat er mis is)
de wind waait uit die hoek (=op een bepaalde manier de bedoeling zijn)
de wind waait uit een andere hoek (=de omstandigheden zijn veranderd)
die wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
elke bos stro waait voor de wind. (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren.)
er de wind onder hebben (=de schrik er hebben inzitten bij zijn ondergeschikten)
er geen doekjes om winden (=de waarheid onverbloemd vertellen)
haagse wind. (=bluf.)
het gaat hem/haar voor de wind. (=hij/zij heeft geluk.)
het is een kwade wind die niemand voordeel brengt. (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren.)
hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
iemand de wind uit de zeilen nemen (=iets doen/zeggen en daarmee zorgen dat iemand's kritiek verstomt)
iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
om de vinger winden (=er gemakkelijk baas over worden)
tegen windmolens vechten (=tegen irreëele gevaren/zaken vechten)
voor de wind gaan (=voorspoed hebben)
weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
Geen wind in de zeilen betekent stil liggen van de boot. Zo bedoelt dit spreekwoord om een aanvaller “plat te leggen” door al te verdedigen voordat de aanval is ingezet.
Dit gezegde heeft in letterlijke betekenis een gunstig effect maar spreekwoordelijk wordt bedoeld dat iemand zich op tijd in veiligheid heeft gebracht bijvoorbeeld door een vervelende situatie te ontwijken.