dieren gezegden
Aap, wat heb je mooie jongen - Trachten met gevlei je zin te krijgen.
Een aangeklede aap - Een bespottelijk iemand.
De aap vlooien - Je geld tellen.
Hij heeft een gezicht als een aap - Hij is lelijk.
De aap aanspreken - Het spaargeld aanbreken.
Hij heeft de aap binnen - Hij heeft geld gekregen, meestal een erfenis.
Iemand voor de aap houden - Iemand voor de gek houden.
In de aap gelogeerd zijn - In moeilijkheden geraakt zijn.
De aap niet op de schouder nemen - Je verantwoording niet nemen.
Hij heeft de aap in de mouw - Hij is gemeen, stiekem.
Toen kwam de aap uit de mouw - Toen werd de eigenlijke bedoeling duidelijk.
Voor aap zetten - Belachelijk maken.
Kijken als een aap in een roestig horloge - Zeer verbaasd kijken.
Als apen hoger klimmen willen, ziet men al snel hun blote billen - Als iemand meer wil dan wat hij kan, maakt hij zich al snel belachelijk.
Zich een aap lachen - Heel erg lachen.
Zich een aap schrikken - Heel erg schrikken.
Je moet een oude aap geen smoelen leren trekken - Het is ongepast iemand die ouder is en meer ervaring heeft, belerend toe te spreken.
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding - Kleren en sieraden maken een lelijk persoon niet mooi.
Een klap van een lamme aap krijgen - Beledigd worden.
De aap wil met eenieder gekken en toch kan hij zijn aars niet dekken - Domme mensen drijven de spot met de gebreken van anderen, maar zien hun eigen tekortkomingen niet.
Wil je een aap, dan krijg je een aap - Wie een verkeerde vraag stelt, krijgt een verkeerd antwoord.
Men ziet op geen aap, als men uit Oost-Indie komt - Iemand die veel geld heeft, hoeft niet op iets meer of minder te kijken.
Hij haspelt ermee als een aap in een garenwinkel - Hij stuurt alles in de war.
Dat is de aap gevlooid - Dat is ondoenlijk. Daar valt niet aan te beginnen.
Ontvangen worden als een aap in de porseleinkast - slecht ontvangen worden.
Hij ligt op apegapen - Hij is helemaal op.
Dat is apekool - Dat is onzin.
Een oude aap leert men geen kunsten - Ouderen willen of kunnen geen nieuwe vaardigheden leren.
Het is moelijk, oude apen leren muilen maken - Het is moelijk om een oud iemand iets nieuws te leren.
Een broodje aap - Een onwaarschijnlijk verhaal.
Hij werkt zich het apezuur - Hij werkt heel hard.
Aap, wat heb je mooie jongen - Trachten met gevlei je zin te krijgen.
Een aangeklede aap - Een bespottelijk iemand.
De aap vlooien - Je geld tellen.
Hij heeft een gezicht als een aap - Hij is lelijk.
De aap aanspreken - Het spaargeld aanbreken.
Hij heeft de aap binnen - Hij heeft geld gekregen, meestal een erfenis.
Iemand voor de aap houden - Iemand voor de gek houden.
In de aap gelogeerd zijn - In moeilijkheden geraakt zijn.
De aap niet op de schouder nemen - Je verantwoording niet nemen.
Hij heeft de aap in de mouw - Hij is gemeen, stiekem.
Toen kwam de aap uit de mouw - Toen werd de eigenlijke bedoeling duidelijk.
Voor aap zetten - Belachelijk maken.
Kijken als een aap in een roestig horloge - Zeer verbaasd kijken.
Als apen hoger klimmen willen, ziet men al snel hun blote billen - Als iemand meer wil dan wat hij kan, maakt hij zich al snel belachelijk.
Zich een aap lachen - Heel erg lachen.
Zich een aap schrikken - Heel erg schrikken.
Je moet een oude aap geen smoelen leren trekken - Het is ongepast iemand die ouder is en meer ervaring heeft, belerend toe te spreken.
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding - Kleren en sieraden maken een lelijk persoon niet mooi.
Een klap van een lamme aap krijgen - Beledigd worden.
De aap wil met eenieder gekken en toch kan hij zijn aars niet dekken - Domme mensen drijven de spot met de gebreken van anderen, maar zien hun eigen tekortkomingen niet.
Wil je een aap, dan krijg je een aap - Wie een verkeerde vraag stelt, krijgt een verkeerd antwoord.
Men ziet op geen aap, als men uit Oost-Indie komt - Iemand die veel geld heeft, hoeft niet op iets meer of minder te kijken.
Hij haspelt ermee als een aap in een garenwinkel - Hij stuurt alles in de war.
Dat is de aap gevlooid - Dat is ondoenlijk. Daar valt niet aan te beginnen.
Ontvangen worden als een aap in de porseleinkast - slecht ontvangen worden.
Hij ligt op apegapen - Hij is helemaal op.
Dat is apekool - Dat is onzin.
Een oude aap leert men geen kunsten - Ouderen willen of kunnen geen nieuwe vaardigheden leren.
Het is moelijk, oude apen leren muilen maken - Het is moelijk om een oud iemand iets nieuws te leren.
Een broodje aap - Een onwaarschijnlijk verhaal.
Hij werkt zich het apezuur - Hij werkt heel hard.